Schoeisel ter bescherming tegen risico’s in gieterijen en bij lassen
De EN ISO 20349 schoenennorm is een aanvulling op de EN ISO 20345 voor veiligheidsschoenen om te voldoen aan de minimale eisen voor omstandigheden in gieterijen, laswerkzaamheden en gelijksoortige processen.
Schoeisel ter bescherming tegen thermische risico’s en spetters van vloeibaar metaal
De EN ISO 20349 schoenennorm is een aanvulling op de EN ISO 20345 voor veiligheidsschoenen om te voldoen aan de minimale eisen voor omstandigheden in gieterijen, laswerkzaamheden en gelijksoortige processen. Bij gieterijlaarzen en –schoenen wordt, naast andere vereisten, met name gelet op de bestendigheid tegen de effecten van gesmolten metaal. Afhankelijk van het resultaat van de bestendigheid wordt de laars of schoen voorzien van het kenmerk “Al” voor vloeibaar aluminium en/of “Fe” voor vloeibaar ijzer. Alle bestaande kenmerken onder EN ISO 20345 blijven daarbij ongewijzigd.
SRA
Slipweerstand van de zool. Test met NaLS (vergelijkbaar met reinigingsmiddel) op een keramische ondergrond (simulatie van een gladde tegelvloer.
SRB
Slipweerstand van de zool. Test met Glycerol (vergelijkbaar met olie) op een metalen ondergrond.
SRC
Slipweerstand van de zool. Schoeisel dat zowel aan de SRA als de SRB norm voldoet.
P
Penetratiebestendige tussenzool
A
Antistatische zool, weerstand tussen 105 Ω – 109 Ω
Fe
Bescherming tegen vloeibaar ijzer (van toepassing bij gieterijschoenen en – laarzen)
Al
Bescherming tegen vloeibaar aluminium (van toepassing bij gieterijschoenen en – laarzen)
WG
Bescherming tegen spetters metaal (van toepassing bij lasschoenen)
CI
Koude isolerend vermogen van de zool
HI
Warmte isolerend vermogen van de zool
HI1 Zandbadtemperatuur 150°C
HI3 Zandbadtemperatuur 250°C
WRU
Waterpenetratieweerstand en waterabsorptie
CR
Snijweerstand
FO
Weerstand van de zool tegen brandstoffen
HRO
Hittebestendigheid van de zool bij contacthitte (300°C/60s)
E
Energieopname in de hak, niet minder dan 20 joule